Een dimmer plaatsen

PRIJZEN VAN DIMMERS

Een dimmer plaatsen 

Voorbereiding

Dimmerkeuze bepalen

Kies uw dimmer in functie van de volgende criteria:
Type lamp dat gedimd wordt:
Er bestaan 3 soorten dimmers afhankelijk van de lamp:
  • Gloeilampen of halogeenlampen op 230V
  • Halogeenlampen op laagspanning met gewikkelde transformator (weegt veel)
  • Halogeenlampen op laagspanning met elektronische transformator (weegt bijna niets)
Aantal bedieningspanelen:
  • Enkelvoudige dimmer: voor 1 lamp 1 dimmer, enkelvoudige bediening
  • Wisseldimmer: voor 1 lamp meerdere dimmers, meervoudige bediening
Belasting van de dimmer:
De dimmer moet minstens 10% meer wattage kunnen verdragen dan de wattage of de som van de wattage van de lampen. Probeer zo dicht mogelijk bij de werkelijke waarde aan te leunen: hoe groter de reserve van de dimmer wordt t.o.v. de werkelijke belasting, des te groter het risico op zoemen.
Zorg er ook voor dat de minimum belasting die noodzakelijk is om de dimmer in werking te stellen, gehaald wordt. Minimum- en maximumwaarde zijn op de dimmer zelf vermeld.  

Aansluiting van de dimmer

Enkelvoudige bediening

Dimmer plaatsen - Stroom uitschakelen
Schakel de stroom eerst volledig uit. Neem vervolgens de bestaande schakelaar weg en koppel de bedrading los.

Dimmer plaatsen - Draden verbinden
Verbind de blauwe draden rechtstreeks met elkaar, door middel van lasdoppen of rapidklemmen.
De geelgroene aardingsdraden verbindt u eveneens door met lasdoppen of rapidklemmen.

Dimmer plaatsen - Draden verbinden
De toekomende bruine of zwarte draad sluit u aan op de ingang van de dimmer (pijltje naar boven).

Dimmer plaatsen - Draden verbinden
De vertrekkende bruine of zwarte draad naar de lamp, aansluiten op de uiterst rechtse aansluiting van de dimmer (pijltje met krulsymbool).
De afdekplaten en drukknop plaatst u volgens de ingesloten handleiding, dit is afhankelijk van het merk.
Uiteindelijk mag u de stroom terug aanschakelen.

Meervoudige bediening

Dimmer plaatsen - Draden verbinden
Dimmers van op twee of drie plaatsen
Om te beginnen kiest u de laatste schakelaar in rij, d.w.z. de schakelaar vanwaar de draden uiteindelijk naar de lamp vertrekken. Verbind de blauwe draden met elkaar met behulp van lasdoppen of rapidklemmen.
Verbind vervolgens de geelgroene draden eveneens met elkaar met lasdoppen of rapidklemmen.
Alle andere kleuren van de toekomende bedrading zijn wisseldraden en mogen in willekeurige volgorde op de twee uiterst linkse aansluitklemmen van de dimmer aangesloten worden (pijltjessymbolen).
De lampdraad (vertrekkende zwarte of bruine draad) wordt op de uiterst rechtse aansluitklem van de dimmer aangesloten (pijltje met krulsymbool).
Nadat u de laatste schakelaar in rij heeft geïnstalleerd, mag u overgaan tot de andere schakelaars. De werkwijze is dezelfde behalve dat de lampdraad niet aangesloten wordt. Dit gebeurt enkel bij de laatste schakelaar.
Monteer tenslotte de afdekplaten en drukknoppen volgens de handleiding van de dimmer.

hubbo

Reacties