maandag 3 december 2012

Rookmelder plaatsen


Rookmelder plaatsen


Waarom een rookmelder installeren?


De installatie van rookmelders is sinds juli 2005 verplicht in alle huurwoningen binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Wallonië, de rookmelders dienen BOSEC gekeurd te zijn, en vanaf 31 juli 2008 gecertificieerd EN 14604.
De rookmelder ontsteekt een alarm van 85dB van zodra hij rook detecteert. U heeft 4 keer meer kans om een brand te overleven, indien u thuis rookmelders hebt geïnstalleerd (en correct onderhouden).
Rook doodt: rook is donker, snel, giftig en heet. 2/3 van de personen die overlijden in een brand, sterven door verstikking in hun bed.
Er bestaan ook rookmelders die op batterijen werken: zeer handig in gebruik en gemakkelijk te installeren.
Uittreksel van het ministerieel besluit van de Waalse regering van 21 oktober 2004 betreffende de aanwezigheid van rookmelders in woningen (www.wallonie.be)
Aantal
  • Appartement
    Oppervlakte kleiner dan 80 m²: 1 melder
    Oppervlakte groter dan 80 m²: 2 melders
  • Huis
    Oppervlakte per verdiep kleiner dan 80 m²: 1 melder per verdieping
    Oppervlakte per verdiep groter dan 80 m²: 2 melders per verdieping
Tussenverdiepingen dienen bekeken te worden als niveaus.
Het aantal melders kan verhoogd worden o.a. wanneer de risico’s groter zijn (vb. rokers in de slaapkamers,…)
Locatie
In de eerste binnenruimte of in de eerste kamer hieronder opgesomd, indien op de verdieping waar nog geen melder geïnstalleerd is:
  1.  De hall of de overloop die toegang geeft tot de slaapkamers 
  2. De inkomhall
  3. De ruimte waar het hoogste deel van een trap uitloopt
  4. De ruimte aanpalend aan de keuken 
  5. De slaapkamer
  6. Alle andere bewoonbare kamers
In de meeste gevallen:
  • In kleine appartementen zal de rookmelder geïnstalleerd worden in de hall waar alle kamers op uitlopen
  • In de grote appartementen of in huizen zonder verdiep, zal een tweede melder in de inkomhall of in de living geïnstalleerd worden.
  • In de huizen met meerdere verdiepingen, zullen de rookmelders geplaatst worden op de overloop op het verdiep, in de inkomhall (dicht bij de leefruimtes) en in voorkomende gevallen op de overloop die toegang geven tot het dakverdiep, loodrecht op de trap die leidt tot dit verdiep.
Geen rookmelders in een keuken of in een ruimte met veel damp installeren (risico op het ongepast in werking treden van het alarm).
De andere gewesten
Het Brussels hoofdstedelijk gewest: ministerieel besluit van dit gewest 15/04/2004 – (Reglementering voor huurwoning)
Vlaanderen: decreet van 7 mei maar geen ministerieel besluit

Voorbereiding

Geschikte locatie van het alarm

Op het schema vindt u de meest geschikte locaties van de rookmelders, met name de slaapkamers en de woonkamer.
Een rookmelder plaatsen - Geschikte locatie van het alarm
Op het volgende schema ziet u de meest geschikte plaats binnen de gekozen ruimte voor de installatie van de rookmelder.
Een rookmelder plaatsen - Geschikte locatie van het alarm

De rookmelder plaatsen

Een rookmelder plaatsen - Het plafond markeren
Markeer op het plafond de schroefgaten door middel van de montageplaat om zo de juiste boorpunten aan te duiden.
Een rookmelder plaatsen - Boren
Boor de schroefgaten met een boormachine op de markeringen die u zojuist op het plafond heeft aangebracht.
Breng in de boorgaten pluggen aan waar u vervolgens de montageplaat van de rookmelder zal vastschroeven.
Een rookmelder plaatsen - Montageplaat bevestigen
Bevestig vervolgens de montageplaat met de bijgeleverde schroeven op het plafond.
Een rookmelder plaatsen - Batterij plaatsen
Plaats de batterij in de houder van de melder.
Een rookmelder plaatsen - Melder bevestigen
Bevestig de melder op de montageplaat en zorg ervoor dat deze goed vastzit.
Een rookmelder plaatsen - Testknop
Test uiteindelijk de melder met de testknop.

Onderhoud van de rookmelder

Wekelijks onderhoud

Rookmelder plaatsen - wekelijks onderhoud
Test de melder minstens eenmaal per week.
Als de test niet goed verloopt:
  • Controleer of er een nieuwe batterij in zit
  • Zorg ervoor dat de melder schoon en stofvrij is
  • Installeer een nieuwe batterij (zoals vermeld in de handleiding) en voer de test opnieuw uit

Maandelijks onderhoud

Rookmelder plaatsen - maandelijks onderhoud
Stofzuig voorzichtig de buitenkant van de rookmelder met het zachte borstelhulpstuk van de stofzuiger. Test vervolgens de rookmelder.
Rookmelder plaatsen - maandelijks onderhoud
Maak de rookmelder minstens één maal per maand schoon en gebruik nooit water, schoonmaak- of oplosmiddelen omdat deze de melder kunnen beschadigen. Test vervolgens de rookmelder.

Rookmelder plaatsen - maandelijks onderhoud
Het is aanbevolen de batterij minstens één maal per jaar te vervangen of zoals vermeld in de handleiding. Ongeacht de door de fabrikant vermelde levensduur van de batterij, MOET u de batterij onmiddellijk vervangen zodra de melder begint te "piepen" (het lege-batterij-waarschuwingsignaal). Het lege-batterij- waarschuwingsignaal kan 30 dagen duren; niettemin moet u de batterij onmiddellijk vervangen en de wekelijkse test uitvoeren om veiligheid te blijven garanderen.


Materiaallijst

Materiaal
  • Rookmelder
  • Pluggen
  • Schroeven
Gereedschap
  • Potlood



hubo

Een extra stopcontact plaatsen


Een extra stopcontact plaatsen


Afbakenen van de inbouwplaats van het stopcontact 



Teken met een potlood de inbouwplaats van het stopcontact af op de muur. Gebruik hiervoor de omtrek van het inbouwpotje.
Houd rekening met de hoogte waarop u het stopcontact plaatst.
In een droge ruimte moet de middenlijn van het potje zich op minimum 15cm van het vloeroppervlak bevinden.
In een vochtige ruimte is dit zelfs 25cm.
Wenst u een tweevoudig of een drievoudig stopcontact te plaatsen, houd dan rekening met de opstelling.
Verticale plaatsing: Klik de inbouwpotjes in elkaar en wel zo dat de geribbelde binnenkanten telkens zijdelings zitten, waarbij de verticale tussenschotten uitgebroken worden.
Horizontale plaatsing: De inbouwpotjes naast elkaar plaatsen, met de geribbelde binnenzijdes telkens aan elkaar koppelen. De tussenschotten mogen zeker niet uitgebroken worden!!Indien men dit toch zou doen, dan heeft men geen steunpunt om de bevestigingsklauwen van het stopcontactframe tegen aan te spannen.  

Plaatsbepaling van het stopcontact




In de eerste plaats moet u nagaan of u wel verder mag “breien” op een bestaand netwerk van stopcontacten om het nieuwe stopcontact van genoeg stroom te kunnen voorzien.
Tel hiervoor alle stopcontacten en lichtpunten samen die zich op de kring bevinden die u wenst te benutten.
Om te achterhalen welke stopcontacten en lichtpunten zich op één kring bevinden, bestaat er een eenvoudige test. Steek een radio in het stopcontact waar u wenst van af te takken en laat die spelen. Vervolgens zet u één voor één de zekeringen in de zekeringskast uit tot de radio stopt met spelen. Nu weet u aan welke kring het stopcontact gekoppeld is. Laat de zekering van dit stopcontact af.
Loop nu alle stopcontacten af door de radio in te pluggen en te kijken waar het niet speelt. Ontsteek ook alle verlichting en kijk of er verlichtingspunten zijn die niet kunnen aangestoken worden. Tel alle stopcontacten en verlichtingspunten die niet aan staan.
In totaal mag u met het nieuwe stopcontact erbij geteld, maximum 8 enkele of meervoudige stopcontacten tellen. De lichtpunten worden gelijkgesteld aan een stopcontact. Spots die tegelijk bediend kunnen worden zijn gelijkgesteld aan één lichtpunt. U hoeft dus geen rekening te houden met de schakelaars die de lichtpunten bedienen.Een voorbeeld van zo’n situatie ziet u in de hierboven afgebeelde tekening, waarbij de stopcontacten een volgnummer en letter dragen van I1 tot en met I8.  

Het nieuwe stopcontact plaatsen

Steenmassa uitkappen

Kap de afgebakende steenmassa uit door middel van een platte steenbeitel of met een boorhamer. Neem ongeveer 1cm meer steenmassa weg langs elke zijde van de afgetekende inbouwplaats. Kap voldoende diep, maar let erop voorzichtig te werk te gaan teneinde het gat niet “door” te kappen.
Maak tegelijk een sleuf voor de stroomkabel. Hou hierbij steeds een horizontale of verticale richting aan en kies een zo kort mogelijk traject naar het stopcontact waarvan wordt afgetakt. Gebruik hiervoor een muurfrees.
De diepte en de breedte van de sleuf bedragen minimum 16mm en maximum 25mm, al naargelang men de kabel of de voorbedrade buis zal gebruiken.

Inbouwpotje inpassen

Maak het gekapte gat schoon en zoveel mogelijk stofvrij. Pas het in te metsen inbouwpotje in het daarvoor bestemde gat. De geribbelde binnenzijdes van het potje dienen daarvoor horizontaal geplaatst te worden.

Snelgips mengen

Maak niet meer snelgips aan als verwerkbaar is. Snelgips droogt immers al na enkele minuten. Meng het snelgipspoeder met water volgens de verhoudingen en voorschriften op de verpakking. Roer door tot een gladde, klontervrije massa. Laat het mengsel ongeveer 1 minuut rusten en bevochtig ondertussen het gat met voldoende water. Hierbij kan u bijvoorbeeld gebruik maken van een plantenspuit.

Inbouwpotje plaatsen



Smeer nu eerst het gekapte gat voldoende in met het snelgips. Doe dit aan alle zijden van het inbouwpotje. Druk vervolgens het inbouwpotje in het gat en let erop dat de pot niet voorbij de definitieve pleisterlaag komt. Als het een nieuwe muur betreft, voorzie dan een pleisterlaag van ongeveer een halve centimeter en laat het inbouwpotje bijgevolg een halve centimeter uit de muur steken.
Plaats het inbouwpotje nauwkeurig in het gekapte gat met behulp van een kleine waterpas. Verwijder het overtollige snelgips en maak de weg vrij naar de invoergaten van het inbouwpotje waar de stroomkabel zal binnenkomen.
Strijk tenslotte zoveel als mogelijk de voorzijden van het gips glad door middel van water en een platte spatel.

Stroomkabel binnenbrengen



Let erop dat alle stroom uitgeschakeld is. Meet de benodigde lengte aan kabel of voorbedrade buis op tussen het oude en het nieuwe stopcontact. Tel aan beide zijden 15cm extra bij. De kabel dient van het type XVB 3G2.5mm² te zijn ofwel een voorbedrade buis ELFLEX 3G2.5mm². Ontmantel de 15cm extra bedrading langs beide zijden. Prik vervolgens de gaatjes van het inbouwpotje door. Tenslotte duwt u de draden tot aan de invoeropeningen in het potje en zie er nauwkeurig op toe dat de kabelmantel of de buis wel degelijk tot tegen de openstaande rand van het potje gedrukt zitten. 

Van het oude stopcontact aftakken



Steek de respectievelijke kleuren van de bedrading bij elkaar. Gebruik maximum twee draden per aansluitklem. Indien er meerdere draden (bijvoorbeeld 3) in een klem van het stopcontact moeten komen, gebruik dan een rapidklem.

Het nieuwe stopcontact aansluiten

Een enkelvoudig stopcontact
De draden op het stopcontact aansluiten zoals op de foto hierboven: De aarding in het midden, de blauwe of bruine draden in willekeurige volgorde maar steeds op de buitenste klemmen.
Een meervoudig stopcontact Ga op dezelfde manier tewerk als bij een enkelvoudig stopcontact maar voorzie op elke klem een doorverbinding van dezelfde kleur naar het aan te koppelen stopcontact. Deze worden doorgevoerd door de gaten in de tussenschoten. Deze gaatjes dient men nog met een schroevendraaier te doorprikken.


Let er vooral op dat de draden bij de plaatsing van het stopcontact niet geklemd geraken tussen de klauwen. 
Bevestig uiteindelijk de afdekplaatjes volgens de handleiding van het merk van het stopcontact.

Het stopcontact in gebruik nemen



Plug nog geen toestel in het stopcontact in. Zet eerst de zekering van de kring terug aan en kijk of deze niet spontaan afspringt. Indien de zekering afspringt, schakel dan de spanning terug af en kijk na of de bedrading correct is aangesloten. Kijk eventueel ook na of er geen draden beschadigd zijn. Indien de zekering aan blijft, mag u een radio inpluggen en testen.

Tips

  • Een handige manier om de kabel of elflexleiding op zijn plaats te houden in de ingekapte sleuven is gebruik te maken van korte stukjes overschot van een geribde buis ofwel korte stukjes kabel, en deze dwars in de sleuf te klemmen en wel zodanig dat de vast te houden leiding eronder zit. Knip de buisjes of stukjes kabel net iets groter dan de sleufbreedte en verklein vervolgens op maat; Laat ze in de sleuf en strijk de sleuf dicht. In tegenstelling tot nageltjes, zullen er nadien geen roestvlekken door de bezetting zichtbaar zijn.
  • Als er waterkerende folie in de muur zit, probeer deze zo klein mogelijk door te snijden bij het maken van de sleuf en let er nadien op de sleuf niet helemaal dicht te strijken met cement of snelgips; blijf 2cm verwijderd van de waterkeringslaag en strijk deze verder dicht met waterwerende producten omdat je moet vermijden dat je de waterkerende folie overbrugt als de snelgips direct in contact staat met de vloer !

Materiaallijst

Materiaal
  • Inbouwpotjes
  • Stopcontact
  • Snelgips
  • Lusterklemmen
  • Rapidklemmen
  • XVB kabel 3G2.5 of ELFLEX 3G2.5
Gereedschap
  • Potlood
  • Beitel en hamer / Boorhamer
  • Troffel
  • Truweel
  • Platte spatel
  • Rubberen emmer
  • Plantenspuit
  • Ontmanteltang
  • Kniptang
  • Platte tang

hubo.

Een draad ontmantelen

 Een draad ontmantelen

Een draad ontmantelen

Knip de draad aan het uiteinde recht af. Dit doe je met een zijsnijtang.

Een draad ontmantelen

Stel de ontmanteltang in op de juiste lengte (ideaal is 8mm) indien het een automatische striptang betreft.

Striptang instellen

Bij een manuele ontmanteltang, wordt de tang ingesteld naargelang de dikte van de draad en die je proefondervindelijk met de stelschroef de insnijdiepte aan te passen. Indien er een inkeping in de koperdraad zichtbaar is, na het ontmantelen van de isolatie, wil dit zeggen dat de tang te diep staat ingesteld; als je daarentegen te hevig moet trekken voordat de draadisolatie los komt, dan moet de tang iets dieper ingesteld worden.

Een draad ontmantelen

Plaats de tang over de draad, knijp hem volledig dicht en trek met een torsende beweging de tang naar je toe als het een manuele tang betreft.

Een draad ontmantelen

 

Bij een automatische tang, hoef je enkel te knijpen in één vloeiende beweging, want de rest doet de tang automatisch.

In samenwerking met:

Materiaallijst

Gereedschap

Via Hubo

Een Verlichting kiezen


Verlichting kiezen




De eerste vraag die u zich moet stellen: “Wat wil ik met mijn verlichting bereiken?” Lezen, werken, sfeer,…? Niet onbelangrijk als je de verlichting boven een tafel kiest bijvoorbeeld. Tafelverlichting lijkt eenvoudig maar iedereen zal zijn tafel op een andere manier gebruiken. Voor sommigen is het enkel om gezellig met vrienden te tafelen, andere werken erop, kinderen maken hun huiswerk, anderen voeren hun hobby uit en opa wenst zijn krant te lezen…

Welk type verlichting kiezen?

In grote lijnen kan men stellen dat er 2 soorten verlichting zijn, Sfeerverlichting en Functionele verlichting 

Sfeerverlichting

Met sfeerverlichting kan u een bepaalde sfeer oproepen in uw interieur. Het verspreidt een zacht, gelijkmatig licht.
Verlichting kiezen - Accentverlichting
Accentverlichting
Accentverlichting kan gericht bepaalde items in uw interieur in de kijker brengen en leuke accenten leggen. Het geeft een meerwaarde en zorgt voor de directe belichting van een object of werpt licht op een welbepaalde plaats. Het wordt gebruikt bij het belichten van kasten, schilderijen, planten, beelden en andere verzamelobjecten. Dit type verlichting mag echter niet overheersen, anders gaat het accenteffect verloren.
Verlichting kiezen - Verlichtingsobjecten
Verlichtingsobjecten
Verlichtingsobjecten zijn items waarmee u uw interieur kan aankleden en die bovendien ook nog eens licht geven, waardoor u een gezellige sfeer krijgt.
Verlichting kiezen - Indirecte verlichting
Indirecte verlichting
Indirecte verlichting is een lichtbron die niet zichtbaar is, maar die wel haar licht in het interieur werpt.
Voorbeeld: TL-verlichting die achter het valse plafond weggewerkt wordt, maar wel een sfeervol licht op de muur werpt.  

Functionele verlichting

Functionele verlichting heeft steeds een duidelijke functie. Het gaat hier niet zozeer om het oproepen van sfeer, maar eerder om het verlichten zelf.  
Verlichting kiezen - Basisverlichting 
Basisverlichting
Basisverlichting is de hoofdverlichting waarmee u een bepaalde kamer in zijn geheel verlicht.
Verlichting kiezen - Oriëntatieverlichting 
Oriëntatieverlichting
Oriëntatieverlichting heeft meestal een lagere lichtopbrengst en is eerder bedoeld voor het afbakenen van bijvoorbeeld de oprit, het tuinpad of de overloop zodat u ook hier in het donker veilig de weg vindt.  

Verlichting kiezen - Leesverlichting 
Leesverlichting
Leesverlichting zorgt ervoor dat u uw ogen niet te sterk vermoeit en dat u ook op de donkere winteravonden eindeloos van een goed boek kan genieten.  

Soorten licht

Verlichting kiezen - Direct licht
Direct licht
In dit geval wordt het licht op een specifiek oppervlak gericht. De belichte voorwerpen krijgen extra aandacht doordat vorm en volume worden benadrukt.
Voorbeelden: (inbouw)spots, bureaulampen, pendels
Verlichting kiezen -  Indirect licht
Indirect licht
In dit geval wordt het licht gericht op wand of plafond en vervolgens gereflecteerd. Dit gereflecteerde licht kan sterker of zwakker zijn naargelang de kleur van de wand of het plafond.
Voorbeelden: wandlampjes, halogeen vloerlampen  
Verlichting kiezen - Diffuus licht
Diffuus licht
Door het licht over 360° te spreiden wordt het mogelijk om een kamer volledig te verlichten. In dit geval wordt het licht meestal getemperd door een gesatineerd glas of andere (semi) transparante materialen.
Voorbeelden: lusters, glazen pendels  
Verlichting kiezen - Gemengd licht
Gemengd licht 
In dit geval worden de drie voorgaande types licht gecombineerd in één armatuur.
Voorbeeld: verlichting met kappen 

Welke armatuur, lichtbron en wattage kiezen

10% van het huishoudgeld wordt jaarlijks uitgegeven aan elektriciteitsverbruik. Het is dus belangrijk om hier verstandig mee om te springen. De keuze van de lichtbron kan u hierbij helpen. Als u weet waarvoor de verlichting moet dienen: lang branden of niet, goede lichtopbrengst belangrijk of niet enz., dan kan u op zoek gaan naar een armatuur dat voldoet aan uw gebruikswensen met een zo voordelig mogelijke lichtbron.  

Armaturen

Er bestaat een grote keuze aan armaturen. De belangrijkste vraag die u zich moet stellen is of de armatuur datgene kan doen wat u wenst te bereiken.
Soorten armaturen:  
  • Lusters
  • Pendels 
  • Wandlichten
  • Plafondlichten
  • Vloerlampen
  • Tafellampen
  • Lees/Bureaulampen
  • Spotarmaturen
  • TL-armaturen
  • Buitenverlichting
  • Badkamerverlichting
  • Keukenverlichting
  • Kinderverlichting
  • Led-verlichting

Lampen

Verlichting kiezen - Dichroïde halogeenlamp 230V 

Halogeenlampen

Halogeenlampen 12V
Halogeenlampen van 12V dienen STEEDS gebruikt te worden met een transformator.
  • Bispina: deze soort heeft geen reflectorkop en zorgt voor een algemeen licht in alle richtingen. Wordt vaak gebruikt in armaturen in combinatie met glaasjes, om de baan van het licht te sturen.
  • Dichroïde: deze lamp is voorzien van een reflectorkop en is rond, waardoor het licht gebundeld wordt en gemakkelijk richtbaar is.
Halogeenlampen 230V
Halogeenlampen van 230V worden rechtstreeks op het elektriciteitsnet aangesloten zonder transformator.
Verlichting kiezen - Halogeenlamp G9 
  • G9: G9-lampen hebben geen reflectorkop en zorgen dus voor een algemeen licht in alle richtingen. Worden vaak gebruikt in armaturen in combinatie met glaasjes, om de baan van het licht te sturen.
  • GU10: GU10-lampen zijn voorzien van een reflectorkopje en zijn rond, waardoor het licht gebundeld wordt en gemakkelijk richtbaar is.
  • R7s: Klassieke buisvormige halogeenlamp, zoals we die kennen in bijvoorbeeld vloerlampen.
Toepassing: Halogeenlampen zijn vooral geschikt voor wand- en plafondverlichting, vloerlampen, bureaulampen en buitenverlichting.  

 

Verlichting kiezen - Gloeilamp, peertje, E27 

Gloeilampen

Soorten:
  • Klassieke “peertje”
  • Kaarsvorm
  • Bolvorm
Gloeilampen zijn zowel mat als helder verkrijgbaar.
Opgelet voor de lampvoet, er bestaan 2 formaten schroefsocketten:                   
  • Groot (E27)
  • Klein (E14)
Verlichting kiezen - Gloeilamp, kaarsvorm, E14 
Kijk steeds op de verpakking dat u de juiste lampvoet kiest.
Toepassing:
Gloeilampen zijn vooral geschikt voor wand- en plafondverlichting, lusters en pendels, en buitenverlichting.
Verlichting kiezen - Klassieke TL lamp 

TL-lampen

Buisvormig:
  • De klassieke TL-buis:
    • 5x zuiniger dan een gloeilamp
    • 7x langere levensduur dan een gloeilamp
  • T5
    T5-lampen zijn de nieuwe generatie TL-lampen en hebben als extra troeven:
    • Extra fijne vormgeving, laat elegantere armaturen toe
    • Knippert niet bij het opstarten
    • Keuze tussen warm en koud licht
Verlichting kiezen - Circline 
Circline:
Dit is een cirkelvormige TL-buis  
Toepassing
  • Buisvormige TL-lampen zijn vooral geschikt voor wand- en plafondverlichting, en moderne pendels (T5)
  • Circline lampen zijn vooral geschikt voor wand- en plafondverlichting, en pendels
Verlichting kiezen - Klassieke spaarlamp 

Spaarlampen

Soorten:
  • Klassieke spaarlamp (buisvormig)
  • Kaarsvorm
  • Vorm van een klassieke gloeilamp (peertje)
  • Bolvormig
Opgelet voor de lampvoet, zoals bij de gloeilampen bestaan hier ook 2 formaten schroefsocketten:
  • Groot (E27)
  • Klein (E14)
Kijk steeds op de verpakking dat u de juiste lampvoet kiest.
Een spaarlamp heeft een 10x langere levensduur dan een gloeilamp en is 5x zuiniger dan een gloeilamp.  
Verlichting kiezen - Bolvormige spaarlamp 
Spaarlamp versus gloeilamp
7W
vervangt
25W
9W
vervangt
40W
11W
vervangt
60W
15W
vervangt
75W
18W/22W
vervangt
100W
Toepassing:
  • Vroeger was een spaarlamp lelijk en werd ze enkel gebruikt in armaturen waar de lamp niet zichtbaar was. Dankzij de nieuwe decoratievere vormen (gloeilamp, kaars, bol) kunnen ze ook ingezet worden in armaturen waarin de lamp zichtbaar is.
  • Vooral geschikt voor wand- en plafondverlichting, lusters & pendels, en buitenverlichting
Verlichting kiezen - Led verlichting

Led-verlichting (Light Emitting Diodes)

Werking:
LED’s hebben een eenvoudige, sterke structuur. Het zijn kleine microchips die gemakkelijk in een elektrisch circuit passen. In tegenstelling tot gewone gloeilampen, hebben ze geen gloeidraad. LED’s produceren zeer weinig warmte. Ze lichten enkel op door de beweging van elektronen in een semi-geleidend materiaal.
De hoofdcomponenten van een LED-lampje zijn :
  • een LED-chip gemonteerd op een reflecterend kopje
  • een kathode- (-) en een anodedraadje (+)
  • een draadje dat de kathode met de anode verbindt
  • een lens van kunsthars die de diode beschermt en de baan van het licht bepaalt
Voordelen:
LED’s zijn duurzaam, uitermate sterk en verbruiken veel minder energie dan een gewone lamp. Daarnaast heeft LED nog vele andere voordelen:
  • Lange levensduur
    LED’s van goede kwaliteit, gaan tot 100.000 uren mee.
  • Schokbestendig
    Aangezien LED’s geen kwetsbaar gloeidraadje of glas hebben, zijn ze erg sterk en duurzamer dan elke andere lichtbron.
  • Hoog energierendement
    LED’s verbruiken maar een fractie van de energie die een traditionele lamp verbruikt. Ze zijn dus zuiniger, maar zetten die weinige energie wel om in een fel en intensief licht.
  • Laag voltage en lage stroomsterkte vereist
    LED’s werken op een veilig, extra laag voltage (SELV – 3,2V of 12V), waardoor ze veilig en zuinig zijn.
  • Klein
    Door hun kleine formaat passen LED’s moeiteloos in elegant ontworpen armaturen.
  • Geringe warmte-afgifte
    LED’s produceren zeer weinig warmte, waardoor ze uiterst veilig in gebruik zijn.
Toepassing:
LED’s kunnen vooral dienen als oriëntatie- en sfeerverlichting. De kleine afmeting laat mooie ontwerpen toe, ideaal voor sfeer op het terras, oriëntatie bij de oprit, maar ook zeer geschikt als accentverlichting in huis.  

 

Wattage

In tegenstelling tot industriële verlichting is het niet eenvoudig om de hoeveelheid licht voor thuisgebruik te berekenen. Het gaat hier immers niet alleen om het verlichten van een kamer, ook het volume, de sfeer van de kamer (de kleur van wand, plafond, vloer, …), het creëren van visuele effecten en natuurlijk ook persoonlijke smaak spelen hier een rol.
Het is wel mogelijk om een gemiddelde in Watt op te geven voor een goede verlichting. 
Verlichting kiezen - Gemiddelde wattage / m³
De vermelde wattages zijn enkel een indicatie die u in staat moet stellen om afhankelijk van persoonlijke smaak, omgeving,... een voorstudie te maken wanneer u een huis bouwt of een kamer herinricht.
Rekenoefening
Iedere avond brandt de lamp naast de voordeur van 18u tot 24u (= 6u per dag) en dit 5 dagen per week gedurende de maanden oktober t.e.m. februari (20 weken). We maken even de vergelijking tussen een armatuur met halogeen (300W), gloeilamp (100W) of LED (3W). De kostprijs van 1 kWh is € 0,15.
  • Halogeen 300W Een lamp van 300W die gedurende 1 uur brandt, is 0,3 kWh en kost dus € 0,045 per uur (€ 0,15 x 0,3). 6u per dag x 5 dagen per week x 20 weken = 600 branduren. Kostprijs : 600 x € 0,045 = € 27,00
  • Gloeilamp100W Een lamp van 100W die gedurende 1 uur brandt, is 0,1 kWh en kost dus € 0,015 per uur (€ 0,15 x 0,1). 6u per dag x 5 dagen per week x 20 weken = 600 branduren. Kostprijs : 600 x € 0,015 = € 9,00
  • LED 3WEen lamp van 3W die gedurende 1 uur brandt, is 0,003 kWh en kost dus € 0,00045 per uur (€ 0,15 x 0,003). 6u per dag x 5 dagen per week x 20 weken = 600 branduren. Kostprijs : 600 x € 0,00045 = € 0,27

Heldere of matte lamp kiezen?

Een matte lamp geeft een veel zachter licht dan een heldere. Maar voor deze keuze is er eigenlijk een heel eenvoudige regel. Heeft de armatuur een mat glas, gebruik dan een matte lamp. Heeft deze een helder glas, gebruik dan een heldere lamp.
In een kinderkamer raden we aan om een matte lamp te gebruiken. Het kindje kijkt vanuit zijn bedje naar boven, waardoor een heldere lamp te fel is.  

Tips

Montage

  • Elk verlichtingsarmatuur is anders. Lees daarom steeds eerst aandachtig de meegeleverde gebruiksaanwijzing waarin u alle informatie vindt over de montage. Kijk steeds na of er geen transformator nodig is. Niet elk model mag immers rechtstreeks op het elektriciteitsnet aangesloten worden. Zorg ervoor dat de elektriciteit uitgeschakeld staat, dat er geen draden bloot blijven liggen, … Indien u niet zeker bent, doe dan liever beroep op een erkende installateur.
  • Houd bij de montage ook rekening met de plaats van het lichtpunt. Boven een tafel bijvoorbeeld is een afstand van 80cm tussen tafel en armatuur aangewezen.

Veiligheid

  • Veiligheid is een absolute must! Dit geldt echter niet alleen tijdens de montage, maar ook bij het gebruik achteraf.
  • Halogeen- en gloeilampen geven veel warmte af. Behoud dus veilige afstanden met andere materialen zoals papier, stof en hout. Opwarming kan immers brand of verkleuring veroorzaken.
  • Kijk bij de aankoop naar de nodige keurmerken. Zo moeten staanlampen aan een bepaalde hellingsgraad weerstaan. Bureaulampen hebben een afstandhouder. Kinderverlichting moet steeds op lage veiligheidsspanning zijn.
  • Denk bij de keuze van uw verlichtingsarmaturen ook aan uw kinderen en huisdieren. Als u inbouwspots in de vloer, trap of muur kiest, neem dan geen halogeen. Dit wordt heel warm en kan lelijke brandwonden veroorzaken. Kies dan voor LED of spaarlampen.

Energievriendelijk verlichten

  • De tijd dat energievriendelijk verlichten enkel mogelijk was met een lelijke buisvormige spaarlamp ligt ver achter ons. Spaarlampen zijn tegenwoordig ook verkrijgbaar in bol-, vlam- of gloeilampvorm.
  • Er bestaan ook vervanglampen voor de GU10 halogeenmodellen, die uitgerust zijn met een spaarlamp van 7W of een LED-module van 1,5W. Met deze vervanglampen is het verbruik van 50W per halogeenspot in een handomdraai aardig teruggeschroefd.
  • Ook met bewegingsdetectors en dimmers kan u uw energiefactuur merkbaar doen afslanken. Let wel op: spaarlampen geven hun volle lichtopbrengst pas als ze een tijdje branden. Het is dus niet zinvol een spaarlamp te gebruiken in combinatie met een bewegingsdetector.

Licht combineren met kleur in uw interieur

  • De kleur van de omgeving heeft een heel sterke invloed op uw lichtopbrengst. Donkere muren gaan licht absorberen, lichte muren daarentegen gaan licht verspreiden. Houd hier dus rekening mee, zowel bij de keuze van uw verlichting als van uw verf of behangpapier.

hubo

🔁 De Omkeerschakeling

🔁 De Omkeerschakeling: De Draairichting van uw Motor Wijzigen De Omkeerschakeling (of Reversing Starter ) is een elektrisch circuit...