dinsdag 22 september 2020

Hoeveel zonnepanelen leggen en wat kost het je?

 

Hoeveel zonnepanelen leggen en wat kost het je?

1. Verbruik bepalen

De grootte van je PV-installatie is afhankelijk van het verbruik van je gezin en je woning. Een gemiddeld gezin met twee kinderen verbruikt ongeveer 3.500 kilowattuur (kWh) per jaar, volgens de VREG. Via je afrekeningsfactuur vind je jouw verbruik van de voorbije jaren terug.

Verwarm je je woning met een warmtepomp of ben je van plan dat te doen? Breng dan ook het extra elektriciteitsverbruik van de warmtepomp in rekening. Als uit je EPB-rapport blijkt dat je 10.000 kWh per jaar verbruikt voor verwarming, en als je een warmtepomp hebt met een COP van 4, dan stijgt het jaarverbruik van je gezin met zo’n 2.500 kWh.

Daarnaast kan je ook rekening houden met een toekomstige aankoop van een elektrische wagen. Volgens Engie bedraagt het verbruik van een elektrische wagen ongeveer 20 kWh per 100 kilometer. Een gemiddeld gezin legt jaarlijks 15.000 km af, waardoor je moet rekenen op een toekomstig gebruik van 3.000 kWh. 

De grootte van je PV-installatie is afhankelijk van het verbruik van je gezin en je woning. Een gezin met 2 kinderen verbruikt ongeveer 3.500 kWh per jaar.

FOTO VIESSMANN BELGIUM BVBA
  


  

2. Grootte van de PV-installatie bepalen

De grootte van een PV-installatie wordt niet uitgedrukt in kilowattuur (kWh), maar in wattpiek (Wp). Hoeveel kWh een Wp produceert is afhankelijk van de oriëntatie en helling van de PV-installatie, de weersomstandigheden en de afstand tot de evenaar.

Voor de omzetting van Wp naar kWh deel je het geschatte elektriciteitsverbruik door de omzettingsfactor. In het zuiden van Spanje zal 1 wattpiek bijvoorbeeld 1,6 kWh produceren. In Vlaanderen bedraagt de omzettingsfactor ongeveer 1 bij een perfect zuidelijke opstelling en eerder 0,85 bij een oost-westopstelling.

Rekenvoorbeeld: In dit rekenvoorbeeld nemen we een gemiddelde van 0,9. Als we het gemiddelde verbruik van 3.500 kWh delen door 0,9 komen we uit op 3.888 Wp. Dat is het minimale vermogen dat je nodig hebt.

3. Kostprijs bepalen

De prijs van een fotovoltaïsche installatie schommelt tussen 1,1 en 1,4 euro per Wp, en is onder andere afhankelijk van de kwaliteit, het rendement en het aantal panelen dat geplaatst wordt. Het huidige gemiddelde bedraagt volgens ODE 1,2 euro per wattpiek.

Hieronder vind je een tabel met de gemiddelde prijs volgens de grootte van de installatie. Als je weet hoeveel wattpiek je nodig hebt, vermenigvuldig je dat cijfer met de juiste prijs.

GroottePrijs/Wp
< 4.000 wattpiek1,4
4.000 - 7.000 wattpiek1,2
> 7.000 wattpiek1,1

Rekenvoorbeeld: In ons rekenvoorbeeld is dit 1,4 euro voor een installatie die kleiner is dan 4.000 wattpiek. Dat komt neer op een gemiddelde totaalkost van 5.443 euro, excl. btw.

Hoeveel kWh een Wp produceert is afhankelijk van de oriëntatie en helling van de installatie, de weersomstandigheden en afstand tot de evenaar.  

De prijs van een fotovoltaïsche installatie is onder andere afhankelijk van de kwaliteit, het rendement en het aantal panelen dat geplaatst wordt.

  

4. Dak vandaag vol leggen versus een uitbreiding in de toekomst

Aan de installatie van zonnepanelen zijn een aantal vaste kosten verbonden. Hierdoor is het goedkoper om een grotere installatie te plaatsen dan twee keer een kleinere installatie. Heb je plannen om een warmtepomp te plaatsen of om een elektrische wagen aan te kopen? Dan kan het interessant zijn om vandaag al meer panelen te leggen dan je nodig hebt voor je huidig verbruik.

Als het dak vol gelegd wordt, heb je een overschot aan productie waarvoor er vandaag geen inkomsten zijn. In het verleden moest hiervoor wel prosumententarief betaald worden, waardoor het vaak niet interessant was om je dak vol te leggen. Sinds de introductie van de digitale meter op 1 juli 2019 hebben prosumenten de keuze voor een vergoedingssysteem zonder prosumententarief, waardoor je voor extra productie geen extra jaarlijks prosumententarief betaalt.  

Rekenvoorbeeld: een PV-installatie die voorzien is op de aankoop van een elektrische wagen die 15.000 km per jaar rijdt, kost zo’n 7.944 euro, excl. btw. De berekening die we hiervoor maken: 6.500 / 0,9 * 1,1. Dit betekent een meerprijs van 2.500 euro ten opzichte van een PV-installatie die voorzien is op een jaarlijks verbruik zonder elektrische wagen. Als je deze extra panelen binnen 3 jaar zou plaatsen, zou de installatie aan de huidige marktprijzen 4.666 euro kosten (3.000 / 0,9 * 1,4). De besparing kan dus oplopen tot meer dan 2.000 euro. Je installateur kan berekenen of dit interessant is voor jou. 


10 tips voor de plaatsing van stopcontacten

10 tips voor de plaatsing van stopcontacten 

DOOR REDACTIE LIVIOS

Waar plaats je stopcontacten in en rond je huis? Denk hier goed over na voor je aan de elektriciteitswerken begint. Doe het doordacht, want de gevolgen zijn nog jaren merkbaar. Waar wil je elektrische apparaten plaatsen? Waar gebruik je het meest elektriciteit? Tien concrete tips!

1. Plaats voldoende stopcontacten aan het werkvlak van de keuken.

2. In de woonkamer plaats je best ook een stopcontact kort bij de eettafel voor bijvoorbeeld de elektrische steengrill, het fonduestel of de bordenwarmer.

3. Ook een ringleiding is nuttig in de woonkamer. Hierbij sluit je een aantal stopcontacten aan op een aparte stroombaan die onderbroken kan worden met een schakelaar. Handig om alle schemerlampen in één keer te laten branden of te doven.

4. Vergeet ook de audiostopcontacten niet. Vooral in je woonkamer, maar waarom ook niet in de keuken, de slaapkamer of op het terras? Zo is er geen luidsprekerkabel meer nodig van de versterker tot aan de boxen.

5. Hou rekening met de breedte van je bed om de plaats van de stopcontacten te bepalen. Plaats zeker ook een schakelaar die je vanuit je bed kan bedienen.

6. Denk er aan dat je kinderen groot worden en later meer stopcontacten nodig hebben dan nu. Een contactdoos voor een bijkomende tv-distributie of telefoonaansluiting is tijdens de bouwfase vrij goedkoop en kan je veel moeite besparen in de toekomst.

7. Binnen een straal van 0,6 m en een hoogte van 2,25 m van je douche of badkuip mag er zich in principe geen stopcontact bevinden. De belangrijkste metalen delen (waterleidingen, radiatoren, badkuip, ...) moeten door bijkomende equipotentiale verbindingen verbonden worden met de lokale aarding (aan de aardingsklem van een stopcontact). Dit vormt in combinatie met de aardlekschakelaar en de aarding nog een bijkomende beveiliging tegen elektrocutie.

8. Plan voldoende stroomkringen in de wasplaats omdat zich hier verschillende apparaten bevinden met hoge elektrische vermogens.

9. Vergeet de stopcontacten in de garage en de tuin niet.

10. Plaats ook wachtbuizen van een centraal punt naar de kamers voor tele- en datacommunicatie.

Hoe repareer ik een stekker?

 Hoe repareer ik een stekker?

Een defecte stekker moet je uiteraard vervangen. Vaak is de stekker zelf niet stuk, maar wel het snoer op de plek waar ze op de stekker is aangesloten. Dan kan je dezelfde stekker opnieuw monteren. Een stekker die zichtbare gebreken vertoont, vervang je om veiligheidsredenen uiteraard door een nieuw exemplaar.

1. Oude stekker controleren/verwijderen

  • Verwijder de stekker van het snoer. Meestal moet je daarvoor één of meerdere schroefjes losdraaien, daarna kan je de twee helften van elkaar halen.
  • Controleer of de elektrische draden van het snoer nog goed verbonden zijn op de van de stekker. Vaak vormt dit het probleem en opnieuw vastschroeven is dan de oplossing.
  • Is er geen zichtbaar probleem, knip dan het snoer door met een kniptang. Knip het snoer 5 cm voor de stekker af, zodat je een eventuele beschadiging in de buurt van de stekker niet meeneemt in het resterende deel van het snoer.
  • Sommige stekkers zijn aan het snoer gegoten, dan moet je het snoer wel doorknippen. Opnieuw geldt: knip zo'n 5 cm vóór de stekker.

2. Nieuwe stekker aansluiten

  • Verwijder enkele centimeters van de buitenmantel van het snoer.
  • Je ziet nu twee fasedraden en in sommige gevallen ook een geelgroene aarddraad.
  • Strip minstens een centimeter van de isolatiemantel van de blootgelegde draden. Hiervoor gebruik je best een striptang.
  • Schuif de gestripte draden in de stekkerpennen en draai de speciaal voorziene schroefjes vast.
  • Vergeet ook een eventuele aarding niet vast te schroeven.

3. Nieuwe stekker dichtdraaien

  • Draai, wanneer de stroomdraden correct op de stekker zijn aangesloten, de trekontlasting vast. Die beschermt de koperen geleiders in geval er aan het snoer wordt getrokken.
  • Let op: als je de trekontlasting aandraait, moet de buitenmantel van het snoer daar volledig onderin zitten. Aan de buitenkant van de stekker mag je alleen de buitenmantel van het snoer zien en niet de geleiders zelf.
  • Schroef de stekker ten slotte dicht en ga na of hij correct werkt.

Welke soldeertechniek kies ik voor mijn klus?

 

Welke soldeertechniek kies ik voor mijn klus?

Solderen is een techniek om metalen te verbinden. Om te solderen heb je een soldeervloeimiddel (flux), een soldeerbout, -brander of –pistool nodig en soldeermetaal (draad of staaf). Dat metaal is een legering of mengsel van vooral lood en tin. Er bestaan verschillende mengsels naargelang de toepassing.

Opgelet: niet alle metalen kan je solderen. Aluminium (behalve na toevoeging vloeimiddel) en verchroomde metalen lukken niet. Vloeibaar soldeermiddel kan spatten. Draag daarom altijd een veiligheidsbril om je ogen te beschermen en draag werkhandschoenen.

1. Soldeeroppervlak reinigen

  • Voor een goede hechting is het belangrijk dat het te solderen oppervlak heel proper is. Verf, vuil, vet, oxides… zijn taboe.
  • Schuur de verbindingsstukken schoon. Verwijder eventuele bramen.
  • Gebruik een vloeimiddel of soldeerpasta om oxides te verwijderen. Dit vloeimiddel reinigt tijdens het solderen de soldeerplaats en zorgt ervoor dat het gesmolten soldeer in de soldeernaad kan vloeien en zich beter kan hechten.
  • Voor elk metaal bestaat er een aangepast vloeimiddel. Zo is voor roestvast staal een relatief agressief middel nodig om de oxidehuid te verwijderen, terwijl dit vloeimiddel voor koper dan weer veel te sterk is. Gebruik 'voor de zekerheid' nooit een sterker vloeimiddel, want dit kan het metaal aantasten (corrosie).
  • Vloeimiddelen zijn te verkrijgen in pastavorm en vloeibare vorm. Soms is het vloeimiddel al in de vorm van hars in de soldeerdraad aanwezig (harskern soldeer). Alleen bij kleine puntverbindingen van tin of schoon koper is een harskern voldoende om de omgeving oxidevrij te maken. Gebruik altijd een vloeimiddel bij grotere verbindingen.
Opgelet

bij het solderen van drinkwaterleidingen is het belangrijk dat je loodvrij soldeersel gebruikt!

2. Hard of zacht solderen?

Er is een verschil tussen hard en zacht solderen. Belangrijk hierbij is de hitte bij het smelten van de verbinding en de functie van het te solderen materiaal.

Zacht

  • De temperatuur loopt op tot 450 graden.
  • Gebeurt bij waterleidingen, cv-installaties en elektrische bedrading.
  • Het soldeersel bestaat uit tin en afhankelijk van de toepassing is het aangevuld met lood en soms zilver.
  • Het solderen gebeurt vooral met een soldeerbout of soldeerpistool.

Hard

  • De temperatuur kan oplopen tot 700 graden.
  • Voor verbindingen die een zware belasting moeten ondergaan zoals machines of fietsonderdelen.
  • Het soldeersel bestaat uit zink, zilver en koper.
  • Ook nodig voor verbindingen die door hun werkingsproces kunnen verhitten tot 175 graden en meer. Denk maar aan assen van motoren.
  • Gebruik hardsoldeerpoeder als vloeimiddel en zilverhard soldeer als soldeermetaal.
  • Het solderen gebeurt met een gasbrander.

3. Solderen

Voor elke toepassing heb je andere soldeerdraad nodig. Vraag ernaar in de winkel.

Om de smeltpunten voor zowel hard als zacht solderen te bereiken, verhit je het werkstuk gelijkmatig.

Zacht

  • Als het soldeersel begint te smelten, houd je het op de naad van de verbinding.
  • Verwijder de soldeerbout pas als de naad volledig dicht is.
  • Laat afkoelen. Gebruik geen water om het afkoelingsproces te versnellen. Dit is nefast voor de verbinding.
  • Maak tot slot de soldeerstiften of –pistolen schoon. Wrijf ze af met een vochtig doekje, maar ga ze nooit te lijf met een vijl, schuurpapier of chemicaliën.

Hard

  • De hitte is bij hard solderen nog een stuk belangrijker. Regel je gasbrander dan ook minutieus af.
  • Verhit de twee te verbinden delen.
  • IJzer en staal moeten helderrood kleuren voordat je het soldeersel mag aanbrengen. Koper is geschikt bij een donkerrode kleur.
  • Blijf verhitten als je het soldeersel aanbrengt, maar richt op de te verbinden onderdelen en niet op het soldeersel.
  • Laat afkoelen en veeg het overtollige soldeersel weg.

Hoe breng ik siliconenkit aan?

Siliconen gebruik je bij de meest uiteenlopende klussen om kieren en naden te dichten en gaten op te vullen. Siliconenkit vind je ook in verschillende uitvoeringen. Om bewegende onderdelen met elkaar te verbinden is het belangrijk dat je over een elastisch product beschikt, terwijl je voor sanitaire doeleinden vooral een waterbestendig middel nodig hebt. In dit stappenplan lees je hoe je precies met siliconenproducten moet omgaan.

1. Product kiezen

Een siliconenkit moet maximaal vasthechten aan de ondergrond waarop je hem gebruikt. Daarom is het belangrijk dat je voor elke toepassing de juiste siliconenkit kiest.

Universele siliconenkit is erg ruim inzetbaar, maar op permanent natte plaatsen gebruik je toch best siliconenkit voor sanitair.

Voor glastoepassingen zijn er ook speciale siliconenkits op basis van azijnzuur. Deze zijn niet alleen blijvend elastisch en waterbestendig, maar ook UV- en weersbestendig waardoor ze zeer geschikt zijn voor toepassingen buitenshuis.

Voor het afdichten van kunststof elementen bestaat er zuurstofvrije siliconenkit, met 100% siliconen zodat de kit zelfs op zeer gladde plaatsen niet loslaat.

MS polymeer is een speciale siliconensoort waarmee je zowel kan lijmen als kitten.

Als je van plan bent om siliconenkit achteraf te overschilderen, kijk je vooraf op de verpakking of dit al dan niet mogelijk is.

2. Ondergrond voorbereiden

Maak de ondergrond vet- en stofvrij.

Oude kit verwijder je eerst met speciale kitverwijderaar.

Om een voeg netjes af te werken, plak je vooraleer je de siliconenkit aanbrengt schilderstape aan beide zijden van de voeg.

3. Gereedschap voorbereiden

Snij met een breekmes het topje van de kitkoker af.

Plaats de koker in het kitpistool.

De spuitmond van het kitpistool snij je schuin af op de gewenste breedte van de te dichten voeg, kier of naad.

4. Siliconenkit aanbrengen

Spuit de siliconenkit in een gelijkmatige beweging op het oppervlak.
Probeer de kit aan te brengen zonder lucht in te sluiten en spuit de kit zeker niet te dik. Een voeg met elastische kit mag maximaal 35mm breed zijn.

Druk de ontspanklem van het kitpistool in zodra je stopt met kit te spuiten. Zo voorkom je dat er siliconenkit uit het pistool blijft spuiten vanwege de opgebouwde druk.

Om constant dezelfde hoeveelheid siliconenkit te spuiten, kan je ook een elektrisch kitpistool gebruiken.
Maak je vinger nat met een zeepsopje om de kit glad te strijken. Of gebruik een speciale kitlepel, die je ook nat maakt met een zeepsopje. Daarmee kan je een gelijkmatigere druk uitoefenen voor een strakkere naad. Vooral bij badkamertoepassingen, zoals baden en douches is het gebruik van een kitlepel aan te raden.

Wacht tot de kit wat gedroogd is om eventuele schilderstape te verwijderen. Strijk de kitranden daarna nog een keer glad met een natte vinger.

Vergeet niet na iedere siliconenklus de spuitmond van de siliconenbus luchtdicht af te sluiten. Zo kan je het product later nog gebruiken.

Welke soort schroevendraaier kies ik voor mijn klus?

Welke soort schroevendraaier kies ik voor mijn klus?

Als klusser moet je regelmatig naar een schroevendraaier grijpen. Het is dus zeker en vast de moeite om deze klus een keer grondig door te nemen.

1. Schroevendraaier kiezen op basis van schroeftype

De belangrijkste regel als je met schroevendraaiers werkt, is dat je de juiste schroevendraaier voor de juiste toepassing gebruikt. Of beter: dat de schroevendraaier past bij het gebruikte schroeftype.

De beste schroevendraaiers zijn gemaakt van gehard staal. Op de verpakking vind je dat terug met de chemische afkorting Cr-V of Chroom-vanadium.

Er zijn enkele grote families onder de schroevendraaiers: de gleufkopschroevendraaiers, de kruiskopschroevendaaiers en de stervormige schroevendraaiers (torx).

De kruiskopschroevendraaiers kunnen we op hun beurt nog in twee groepen onderverdelen. Er zijn schroeven van het type PH kruiskop (de gewone kruiskopschroef) en van het type PZ kruiskop. Die laatste bieden meer grip omdat er extra uitsparingen voorzien zijn in de kop van de schroef.

We gaan even dieper in op de verschillende families schroevendraaiers:

Platte- of gleufkopschroevendraaier

De punt van deze schroevendraaier is plat (van bovenaf bekeken heeft hij de vorm van een minteken). Je gebruikt een platte schroevendraaier in combinatie met gleufkopschroeven.

Kruiskopschroevendraaier

Bij een kruiskopschroevendraaier loopt de metalen staaf uit in een punt met de vorm van een kruis. Hij is ontworpen om kruiskopschroeven mee vast te schroeven.

Opgelet: er zijn kruiskopschroevendraaiers voor PH kruiskopschroeven en voor PZ kruiskopschroeven. Controleer dit bij aanschaf. Het is namelijk zo dat je PZ kruiskopschroeven wel met een gewone kruiskopschroevendraaier kan vastdraaien, maar je kan een speciale PZ kruiskopschroevendraaier niet gebruiken voor normale kruiskopschroeven.

Stervormige schroevendraaier

De stervormige schroevendraaier heeft een kop met een stervorm en wordt ook wel torx-schroevendraaier genoemd. Dit type schroevendraaier kan je alleen gebruiken samen met speciale torx-schroeven.

2. Schroevendraaier kiezen aan de hand van speciale eigenschappen

Om nog efficiënter te kunnen werken, beschikken veel schroevendraaiers over een aantal andere eigenschappen die het leven van de klusser veraangenamen:

Accuschroevendraaier

Ongetwijfeld de meest comfortabele schroevendraaier die je kan vinden. En een echte must als je veel schroefwerk in het vooruitzicht hebt, op onhandige plaatsen (bijvoorbeeld boven het hoofd).

Je kan hem uitrusten met alle mogelijke schroefkoppen. Let bij aanschaf zeker op de maximale schroefdiameter en de accuspanning. Hoe hoger de spanning, hoe meer kracht het toestel kan ontwikkelen.

Verder beschikken accuschroevendraaiers vaak over praktische extra’s, zoals ingebouwde verlichting (voor een beter zicht op het werkstuk), ergonomische grip, een hoekopzetstuk (zodat je om de hoek kan schroeven), enz.

Tip!

Bewaar een accuschroevendraaier bij voorkeur in het laadstation. Zo kom je niet voor vervelende verrassingen te staan en is de schroevendraaier permanent gebruiksklaar.

Schroevendraaier met spanningzoeker

De spanningzoeker is onmisbaar voor elektriciteitsklussen. Hij is uitgerust met een lampje in een transparant (en geïsoleerd) handvat. Door de kop van de schroevendraaier in een stopcontact te steken, zie je aan het lampje of er al dan niet spanning op staat. Een gewone spanningzoeker is meestal beperkt tot het testen van spanningen van maximaal 500 volt.

Geïsoleerde schroevendraaier

Deze biedt bescherming tot 1.000 volt bij het werken aan elektrische installaties. De schroevendraaier is volledig bekleed met een isolatielaag uit kunststof. De isolatielaag mag niet beschadigd zijn. Controleer dat altijd op voorhand en vervang de schroevendraaier meteen indien nodig.

Magnetische schroevendraaier

Praktisch als je bijvoorbeeld met erg kleine schroefjes in de weer bent. Door de magnetische kop blijven ze goed op hun plaats zitten. Ook schroeven die ergens tussenin zijn gevallen, kan je met deze schroevendraaier zonder veel moeite terug oppikken.

Krachtschroevendraaier

Krachtschroevendraaiers zijn net onder het handvat voorzien van een aanzetstuk voor een steeksleutel. Zo kan je extra kracht uitoefenen om een vastzittende schroef los te draaien.

Precisieschroevendraaier

Deze heeft een draaibare vingerkap. Daardoor heb je maar een hand nodig om te schroeven. Je gebruikt één vinger om druk uit te oefenen, en je andere vingers om de schroef vast te draaien. Vaak gebruikt door de klusser om precisiewerkjes op te knappen, en uiteraard hét gereedschap van de horlogemaker.

Haakse schroevendraaier

Om schroeven op moeilijk bereikbare plaatsen vast of los te draaien biedt de haakse schroevendraaier vaak soelaas. De speciale vorm maakt het mogelijk om overal bij te geraken.

Lange of korte schroevendraaier

Een schroevendraaier met een lange schacht is handig om diepliggende en moeilijk toegankelijke schroeven vast te draaien. Een schroevendraaier met een korte schacht en een kort handvat zijn geschikt om in kleine ruimtes te werken waar je met een gewone schroevendraaier niet bij kan.

Schroevendraaier met bits

Een echte allrounder, geschikt voor alle schroefkoppen. Hij heeft een magnetische houder waar je steeds het vereiste bit op kan plaatsen. Koop je een dergelijke schroevendraaier, schaf dan wel meteen ook een omvangrijke set met bits aan. Anders kan je nog niet profiteren van de voordelen.

Schroevendraaier gebruiken

Gebruik de juiste schroevendraaier. Je kunt de schroef beschadigen met de verkeerde schroevendraaier.

Controleer of de schroevendraaier in goede staat is voor je ermee begint te werken. Dat geldt zeker voor de spanningzoeker en andere geïsoleerde schroevendraaiers.

Zorg ervoor dat je een goede grip hebt en dat het vlak waarop je werkt stevig en stabiel is.

Om schroeven met grotere diameters vast te schroeven is voorboren vaak vereist, evenals het plaatsen van een plug die de schroef voldoende houvast biedt. Raadpleeg daarom onze klus ‘Boren’.

🔁 De Omkeerschakeling

🔁 De Omkeerschakeling: De Draairichting van uw Motor Wijzigen De Omkeerschakeling (of Reversing Starter ) is een elektrisch circuit...